Too Much Pain,,,

Het leven met een newborn. Ik was even vergeten hoe dat was. Het leven waarin je geleefd wordt. Het zoeken naar een ritme met elkaar. Alleen nu spelen er nog meer mensen mee in dit nieuwe verhaal en is het zoeken naar een ritme een nog grotere opgave geworden.
De heftige voorbije maanden zoeken ook nog steeds een plek. En vaak hoop ik dat mijn omgeving begrijpt dat niet alles weggewuifd is met een bevalling. Maar niets is minder waar en begrijpelijk ook. Voor een ieder gaat het leven door.


Het liefst zou ik me een week terug willen trekken in bed. Geen telefoon, deurbel of afspraken. Geen mensen die iets van me moeten of willen. Enkel een groot bed, de stilte en mijzelf. Een utopie helaas. Ik vraag momenteel teveel van mijzelf en alsnog blijk ik tekort te schieten. Zoveel lieve mensen om ons heen die allemaal hun aandacht verdienen maar ik lijk het niet goed te kunnen verdelen. It’s never enough.

Kennen we die reclame nog van dat bekende soep merk?
“NU EVEN NIET!”
Een zin die ik hele dagen wil schreeuwen. Na jaren van therapie leek ik het eindelijk op de rit te hebben. De stabiliteit was weer terug bij mijn innerlijke zelf. Tot ik met 13 weken zwangerschap helemaal overhoop gegooid werd en mijn verleden weer compleet op de voorgrond trad. Vandaag precies een jaar geleden.

Ja, ik ben dolgelukkig met mijn zoon en nee, hij kan er niks aan doen dat er nu eenmaal een donker verleden is met mannen die niet geleerd hebben om fatsoenlijk met een vrouw om te gaan. Mijn doel is om de wereld een goede man te schenken. Tot nog toe lijkt dat aardig te lukken want zijn moeder en zijn grote zus zijn smoor verliefd!

Maar desalniettemin was het een zwaar K*t jaar. De meeste klappen heb ik te verwerken gehad tijdens mijn zwangerschap mede ook door corona die er aan bijdroeg dat ik geen fysieke steun kon ontvangen. Mensen die niet langs konden komen, of áls er wel mensen kwamen, je geen knuffel konden geven maar wel wilden. Het was verschrikkelijk.
Er kwamen mensen op mijn pad met onvoorwaardelijke steun, maar ook mensen die me lieten stikken.

Ik sta hier nu met Sleeping at last – 10.000 Miles op repeat. Mijn ziel schreeuwt er om dat de muziek mijn tranen huilt. Ik kan geen tranen meer laten en al weken wil ik schrijven maar vind de rust niet.

Op 18 maart is onze prachtige zoon geboren. Alle angsten die ik voor dit ongeboren jongetje voelde waren in een klap verdwenen toen hij op mijn borst werd gelegd. Dit kindje was een en al genieten. Een heel gemakkelijk kindje. Ik zat op een roze wolk.
In de kraamweek hebben mijn man en ik per toeval heel erg lang gesproken over een persoon die heel veel voor mij betekend had in mijn leven. Die als een wervelwind mijn leven in kwam en weer ging. En hoop pijnlijke herinneringen achterliet maar ook een hele boel herinneringen die mooi, liefdevol maar vooral wijs waren.
Ik vertelde mijn man hoeveel pijn ik er al jaren van ondervond en dat ik dat nooit heb durven uitspreken omdat ik zelf niet wist wat ik met die pijn moest en waarom ik dat nog voelde.

Op 3 april stuurde deze persoon hoe het met mij en mijn kroost ging en mijn alarmbellen gingen af. Er was niemand jarig dus er was geen reden voor contact. Op 4 april vroeg hij of ik even tijd had om te bellen. Mijn man was net op dat moment de eieren aan het verstoppen in de tuin want het was eerste paasdag. Mijn dochter lag op ons bed tv te kijken en mij zoon was ik rustig aan het houden in mijn armen. Mijn telefoon ging… “Hey Poek…”
De woorden die hij uitsprak kwamen vaag binnen. De grond leek onder mij weg te vallen en mijn benen begonnen te trillen. Hij was opgegeven. Had uitgezaaide maagkanker…

Mijn roze wolk was abrupt weggedreven en had plaatsgemaakt voor een regenwolk die na al die maanden nu nog bij me hangt.

Ik probeerde woorden te vinden om te antwoorden maar ik wou enkel mijn spullen pakken en naar hem toe gaan. Maar dat ging niet omdat we in quarantaine zaten.

“Ik heb zo lang als mogelijk gewacht om jou iets te zeggen want ik wou niet je geluk verpesten van je pasgeboren zoon. Maar nu is er geen tijd meer en ik weet dat je meteen naar me toe zou zijn gekomen.”

Ik kwam met tranen in mijn ogen beneden maar hield me sterk voor onze dochter die eitjes van de paashaas moest gaan zoeken. Mijn man zag dat er wat was en ik vertelde hem over mijn telefoongesprek.

“Dan moet je meteen daar naartoe gaan.”

Ik denk dat het feit dat we uren gepraat hebben over deze persoon, mijn man heeft doen realiseren wat dit voor mij betekende.

In de weken die daarop volgden ben ik meerdere malen naar hem toe gegaan. Ben bij hem in het ziekenhuis mogen blijven slapen, heb hem nog mogen verzorgen bij hem thuis, zijn verjaardag gevierd in het hospice en uiteindelijk in besloten kring naar zijn laatste rustplaats mogen brengen. Mijn man stond al die tijd naast me. Hij was mijn steunpilaar en zonder hem had ik dit nooit gered.

Maar wat een vreselijk verdriet ervaar ik hier nog altijd van. Het ongeloof, de laatste uitgesproken woorden, de kennis die nu nooit meer overgebracht kan worden.
Ik had de ene paniekaanval na de andere. Hoe nu verder? Wat zegt dit over mijn leven? Wat zegt dit over ons leven?

Facebook Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *