“Hai snoebel….” Je nam de telefoon op en ondanks dat ik met een privé nummer belde, wist je dat ik het was. De heerlijke klanken van je warme stem lieten de tranen achter mijn ogen branden. Met een krop in mijn keel kon ik zacht een ‘hallo’ uitbrengen.
We praatten wat zoals we dat vroeger iedere dag uren deden. Een traan verliet mijn oog zonder dat je het opmerkte. Ik miste je zoals ik dat iedere dag doe. Iedere dag een beetje meer.
Ik weet dat het beter is zo maar zo nu en dan voel ik toch de drang om je even te spreken. Misschien om even die bevestiging te voelen van iemand die oprecht geïnteresseerd is. Even geen dubbele agenda’s of valse beloften maar iemand met een oprechte “Hoe gaat het met je?”.
Even zou ik weg willen kruipen in je armen en huilend vertellen wat er allemaal is gebeurd. Maar ik kan het je niet vertellen zonder jou te kwetsen. Zonder je op te moeten biechten dat er in de tussentijd anderen waren. Anderen die er even voor moesten zorgen dat ik niet aan je dacht. Die mij moesten bewijzen dat er beter bestond. ‘Beter’ bestond niet helaas. Zoals je mij altijd al gewaarschuwd hebt werd ik nu ook gebruikt als optie. “Mannen zijn zo trouw als hun opties.” en je had gelijk…
Ik moet mijn kop er bij houden. Er is een reden voor dat we uit elkaar zijn. Zo hoog als je mij op handen kon dragen, zo klein kon je mij laten voelen met woorden. Naarmate de tijd verstrijkt lijken de positieve herinneringen de overhand te krijgen. Mijn eigen brein liegt me voor. Zoals het dat al tijden doet. Zal er nog iemand zijn die me het tegendeel kan bewijzen? Die me laat zien dat er beter is en ik beter verdien?
“You can love someone so much…But you can never love people as much as you can miss them.”
― John Green
Facebook Comments