“Zoek maar een mooie droom uit. Wij gaan goed voor je zorgen. ”
11:19. Het laatste dat ik me nog kan herinneren van de O.K. Tot het moment dat ik wegviel heb ik ontkend dat ik er lag. Na bijna twee jaar van eenzijdig doof zijn, zou er antwoord komen op de vraag hoe dit kon. Zou ik wakker worden met protheses of een schroef in mijn schedel of zelfs helemaal compleet doof? Hier wou ik het antwoord zo lang als mogelijk voor uitstellen. Maar nu was er geen weg meer terug. Een team van specialisten om me heen en een kno arts die me verzekerde dat er tijdens haar dienst nooit iemand was ontwaakt met een doof oor. Nee, maar eens kan de eerste keer zijn toch?
Ik werd wakker gemaakt met het idee dat het nog veel te vroeg was. De laatste maanden heb ik enkel nog gebroken nachten gehad. Hetzij door een bedplassende kleuter, een peuter met night terrors of inmiddels een new born die denkt dat mijn borsten gelijk staan aan het café dat geen sluitingstijd kent. Dus dit extra slaapje kon mij niet lang genoeg duren.
‘Mevrouw, hoe voelt u zich?’
Ja hoe voelde ik me? Waar was ik ook alweer en waarom was ik hier? SHIT!!! Ik greep naar mijn oor. Ok… Een relatief klein verband en geen drukverband om mijn hoofd zoals afgesproken. Was het fout gegaan?
‘We hebben een nieuw trommelvlies geplaatst maar de rest zal de kno arts u vertellen.’
Ik kreeg een boterham die ik op moest eten. Voor het eerst sinds twee jaar hoorde ik mijzelf kauwen. In stereo! Ik wreef over het verband en hoorde het schuren van mijn vingers. Ik had weer geluid!!! Hoe dan? Geen schroef te voelen. Geen gigantisch litteken achter mijn oor. Droomde ik nog?
‘Achter uw trommelvlies bevond zich een hele hoop rotzooi. Cellen die zich opgehoopt hadden bij iedere beschadiging en die verkalkt waren waardoor er geen geleiding van geluid meer mogelijk was.’
Hallelujah!
Inmiddels zijn we een maand verder. Geen druppels meer, geen watjes meer, geen vocht in mijn oor. Enkel nog stereo geluid! Ik voel me zekerder. Kom mee in gesprekken zonder al te veel moeite te hoeven doen. Ik kan mijn kindjes weer horen maar het belangrijkste voor mij is dat ik weer muziek kan luisteren. Mijn uitlaatklep. De woorden die ik voel en een ander kan laten spreken. Twee jaar lang was ik deze uitlaatklep kwijt. Twee jaar lang opgekropte gevoelens en emoties terwijl ik ‘mijn’ muziek meer dan ooit nodig heb gehad.
Al heel lang geleden had ik besloten wanneer er toch iets mogelijk zou zijn geweest met die schroef of eventuele protheses, welk nummer ik zou gaan luisteren.
Dus op de terugweg zocht ik mijn nummer op en drukte op play. Zelfs met het verband in en rond mijn oor kon ik het in stereo luisteren. Ik heb gehuild. Al mijn opgekropte verdriet kon eindelijk zijn weg naar buiten vinden.
Het vreselijk hoofdstuk van de afgelopen twee jaar kon daarmee ook gelijk worden afgesloten. De dagelijkse herinnering aan het geschreeuw van een kindje zo erg beschadigd. Het vechten tegen instanties en de bijkomende beschuldigingen. Alles was nu echt nog maar een vage herinnering.
Een nieuw begin. Een schone lei. Een wandeling richting betere tijden.
“Music can heal the wounds which medicine cannot touch.”
– Debasish Mridha
Facebook Comments